NL9400853A

NL9400853A - Wheelchair

Info

Publication number: NL9400853A
Application number: NL9400853A
Authority: NL
Inventors: V D Arnoldus Marinus J Vorst
Original assignee: Ligtvoet Products Bv
Priority date: 1994-05-25
Filing date: 1994-05-25
Publication date: 1996-01-02

Abstract

Wheelchair comprising a frame with running wheels, an adjustable seat, a bearing mechanism which movably couples the seat to the frame, so that at least the person sitting in the wheelchair can be moved up and down. Between the frame and the seat there is a gas spring which comprises a cylinder and a piston rod which projects movably from the cylinder, which piston rod is pressed outwards by the pressure of a gas in the cylinder. The gas spring is located between a point on the seat and a point on the frame, which points move apart when the person sitting in the wheelchair moves downwards; that part of the gas spring which faces towards the frame is connected to the seat and that part of the gas spring which faces towards the seat is connected to the frame.

Description

Korte aanduiding: Rolstoel.Short designation: Wheelchair.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een rolstoel omvattende een gestel met loopwielen, een verstelbare zitting, een de zitting beweegbaar met het gestel koppelend draagmechanis-me, zodat de in de rolstoel zittende persoon ten minste omhoog en omlaag kan worden bewogen, en een tussen het gestel en de zitting aangebrachte gasveer, die een cilinder en een daar verschuifbaar uitstekende zuigerstang omvat, welke zuigerstang door de druk van een gas in de cilinder naar buiten wordt gedrukt.The present invention relates to a wheelchair comprising a frame with running wheels, an adjustable seat, a supporting mechanism movable with the frame and coupling the seat, so that the person sitting in the wheelchair can be moved at least up and down, and one between the gas spring mounted on the frame and the seat, comprising a cylinder and a piston rod slidably protruding there, which piston rod is pressed out by the pressure of a gas in the cylinder.

Er zijn veel rolstoelen bekend, waarbij het draagmechanisme is ingericht om het omhoog en omlaag bewegen van de zitting en/ of het kantelen van de zitting mogelijk te maken. Deze veranderingen van de stand van de zitting worden in de praktijk meestal uitgevoerd als de te vervoeren persoon op de zitting zit. Afhankelijk van de uitvoering van het draagmechanisme kan ook het kantelen van de zitting het omhoog of omlaag bewegen van de massa van de op de zitting zittende persoon betekenen. De bekende rolstoelen zijn voor het vergemakkelijken van het veranderen van de stand van de zitting vaak voorzien van een gasveer. Hierbij is de gasveer geplaatst tussen een punt van het gestel en een punt van de zitting die bij het omlaag bewegen van de massa van de in de rolstoel zittende persoon naar elkaar toe bewegen. In de regel is de bevestiging van de gasveer aan het gestel en de zitting scharnierend uitgevoerd. Bij deze bekende opstelling schuift de zuigerstang van de gasveer in de cilinder bij het omlaag bewegen van de persoon. De kracht die resulteert uit de compressie van het gas in de gasveer wordt benut om het gewicht van de persoon en van de zitting te compenseren. Hierdoor kan een de rolstoelgebruiker assisterende persoon met geringe krachtsinspanning de verstelling van de stand van de zitting bewerkstelligen.Many wheelchairs are known in which the carrying mechanism is arranged to allow the seat to move up and down and / or to tilt the seat. In practice, these changes of the position of the seat are usually carried out when the person to be transported is sitting on the seat. Depending on the design of the carrying mechanism, tilting the seat can also mean moving the mass of the person sitting on the seat up or down. The known wheelchairs are often provided with a gas spring to facilitate changing the position of the seat. The gas spring is placed between a point of the frame and a point of the seat which move towards each other when the mass of the person sitting in the wheelchair is lowered. As a rule, the mounting of the gas spring to the frame and the seat is hinged. In this known arrangement, the piston rod of the gas spring slides into the cylinder when the person is lowered. The force resulting from the compression of the gas in the gas spring is utilized to compensate for the weight of the person and the seat. As a result, a person assisting the wheelchair user with little effort can adjust the position of the seat.

Bij het ontwerpen van rolstoelen treedt het probleem op dat, onder andere afhankelijk van het gewenste draagmechanisme van de zitting, voor het onderbrengen van een gasveer op de hierboven beschreven bekende wijze te weinig ruimte beschikbaar is.When designing wheelchairs, the problem arises that, depending, inter alia, on the desired bearing mechanism of the seat, too little space is available for accommodating a gas spring in the known manner described above.

Teneinde bovengenoemd probleem op te kunnen lossen, stelt de uitvinding voor de gasveer te plaatsen tussen een punt van de zitting en een punt van het gestel, die bij het omlaag bewegen van de in de rolstoel zittende persoon van elkaar vandaan bewegen, waarbij het naar het gestel gerichte deel (cilinder of zuigerstang) van de gasveer is verbonden met de zitting en het naar de zitting gerichte deel (zuigerstang of cilinder) van de gasveer is verbonden met het gestel. Nogmaals wordt opgemerkt dat ook het in de praktijk met kantelen aangeduide verstelling van de zitting afhankelijk van het draagmechanisme het omhoog of omlaag bewegen van het zwaartepunt van de in de rolstoel zittende persoon kan betekenen. Met deze maatregel wordt bereikt dat, ondanks het van elkaar vandaan bewegen van de punten waar de beide delen van de gasveer aan zijn bevestigd, de gasveer bij het omlaag bewegen van de in de rolstoel zittende persoon wordt samengedrukt en daardoor het gewicht van de in de rolstoel zittende persoon compenseert.Aldus kunnen vele verschillende rolstoelen waar een toepassing van een gasveer op de in de inleiding beschreven bekende wijze niet mogelijk of omslachtig was met de maatregel volgens de onderhavige uitvinding wel worden voorzien van een gasveer als compensatie. Aangezien gasveren zeer betrouwbare standaard constructie-onderdelen zijn, die goedkoop en in vele uitvoeringsvormen in de handel zijn, is hierdoor een kostprijsreductie van de rolstoel mogelijk.In order to solve the above-mentioned problem, the invention proposes to place the gas spring between a point of the seat and a point of the frame, which move away from each other when the person sitting in the wheelchair is lowered, thereby moving towards the frame-oriented part (cylinder or piston rod) of the gas spring is connected to the seat and the seat-oriented part (piston rod or cylinder) of the gas spring is connected to the frame. It is once again noted that the adjustment of the seat, which is referred to in practice as tilting, depending on the carrying mechanism, can also mean raising or lowering the center of gravity of the person sitting in the wheelchair. This measure ensures that, in spite of the movement of the points to which the two parts of the gas spring are separated, the gas spring is compressed when the person sitting in the wheelchair is lowered, and thereby the weight of the person in the Therefore, many different wheelchairs where an application of a gas spring in the known manner described in the introduction was not possible or cumbersome with the measure according to the present invention can be provided with a gas spring as compensation. Since gas springs are very reliable standard construction parts, which are cheap and in many embodiments on the market, this makes it possible to reduce the cost of the wheelchair.

Voordelige uitvoeringsvormen van de rolstoel blijken uit de volgconclusies.Advantageous embodiments of the wheelchair are evident from the subclaims.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de rolstoel volgens de uitvinding. Daarbij toont: fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een rolstoel volgens de uitvinding, fig. 2 een onderaanzicht van de gasveer construct ie van de rolstoel in fig. l, en fig. 3 een langsdoorsnede van de gasveerconstructie in fig. 2.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of the wheelchair according to the invention, which is schematically shown in the drawing. In these drawings: Fig. 1 shows a schematic side view of an exemplary embodiment of a wheelchair according to the invention, Fig. 2 shows a bottom view of the gas spring construction of the wheelchair in Fig. 1, and Fig. 3 shows a longitudinal section of the gas spring construction in Fig. 2 .

De in fig. 1 getoonde rolstoel omvat een gestel 1 met een vaste achteras 2 en twee achterste wielen 3. Aan de voorzijde is het gestel 1 voorzien van twee zwenkwielen 4. De met de rolstoel te vervoeren persoon kan plaatsnemen op een zitting 5, die bestaat uit een zitvlak 6 en een ten opzichte van het zitvlak 6 in hoek verstelbare rugsteun 7. Tussen de zitting 5 en het gestel 1 is een draagmechanisme aanwezig dat het mogelijk maakt de zitting 5 te kantelen. Het draagmechanisme omvat een voorste zwenkstang 10, die met zijn uiteinden respectievelijk met een voorste scharnieras 11 van het gestel 1 en met een voorste scharnieras 12 van de zitting 5 is gekoppeld. Tevens omvat het draagmechanisme een achterste zwenkstang 14, die met zijn uiteinden respectievelijk met de achteras 2 van het gestel 1 en met een achterste scharnieras 15 van de zitting 5 is gekoppeld. De positie van de scharnierpunten met het gestel en de zitting en de lengte van de zwenkstangen 10, 14 is zodanig dat het snijpunt van de hartlijnen door beide zwenkstangen 10, 14 boven het zitvlak 6 op een afstand van de rugsteun 7 ligt. Indien de te vervoeren persoon op het zitvlak 6 plaatsneemt met zijn rug tegen de rugsteun 7, zal de zitting 5 vanuit de in fig. 1 met doorgetrokken lijn aangeduide nagenoeg horizontale stand naar de in fig. 1 met streeplijnen aangeduide stand kantelen. Het is duidelijk dat deze kantelbeweging van de zitting 5 tegelijkertijd het omlaagbewegen van het zwaartepunt van de op de zitting 5 zittende persoon tot gevolg heeft.The wheelchair shown in fig. 1 comprises a frame 1 with a fixed rear axle 2 and two rear wheels 3. At the front, the frame 1 is provided with two swivel wheels 4. The person to be transported with the wheelchair can sit on a seat 5, which consists of a seat surface 6 and a backrest 7 adjustable in angle relative to the seat surface 6. Between the seat 5 and the frame 1 there is a carrying mechanism which makes it possible to tilt the seat 5. The carrying mechanism comprises a front pivot rod 10, which is coupled with its ends to a front pivot shaft 11 of the frame 1 and to a front pivot shaft 12 of the seat 5, respectively. The carrying mechanism also comprises a rear pivot rod 14, which is coupled with its ends to the rear axle 2 of the frame 1 and to a rear pivot axis 15 of the seat 5, respectively. The position of the pivot points with the frame and the seat and the length of the pivot rods 10, 14 is such that the point of intersection of the centerlines through both pivot rods 10, 14 above the seat 6 is at a distance from the back support 7. If the person to be transported sits on the seat surface 6 with his back against the backrest 7, the seat 5 will tilt from the substantially horizontal position indicated in solid line in Fig. 1 to the position indicated in dashed lines in Fig. 1. It is clear that this tilting movement of the seat 5 simultaneously results in the lowering of the center of gravity of the person sitting on the seat 5.

Voor het in de gewenste stand vasthouden van de zitting 5 en voor het compenseren van het gewicht van de op de zitting zittende persoon tijdens het veranderen van de stand van de zitting 5 heeft de rolstoel een tussen het gestel 1 en de zitting 5 werkzame gasveerconstructie, die in zijn geheel is aangeduid met het verwijzingscijfer 30 en die in het bijzonder aan de hand van de fig. 2 en 3 nader zal worden toegelicht.In order to hold the seat 5 in the desired position and to compensate for the weight of the person sitting on the seat while changing the position of the seat 5, the wheelchair has a gas spring construction which operates between the frame 1 and the seat 5, which is indicated in its entirety by reference numeral 30 and which will be explained in more detail with reference to Figures 2 and 3.

De gasveerconstructie 30 omvat een algemeen bekende gasveer 31 met een cilinder 32 en een in en uit de cilinder 32 schuifbare zuigerstang 33. In de cilinder 32 aanwezig gas drukt de zuigerstang 33 naar buiten. Om de zuigerstang 33 in de cilinder 32 te laten schuiven moet een uit de kop van de zuigerstang 33 stekende knop 34 worden ingedrukt. Fig. 2 en 3 tonen de gasveer 31 in zijn zo ver mogelijk uitgeschoven stand. De kop van de zuigerstang 33 is verbonden met een huis 35 van gebogen metaalplaat, dat zich langs de gasveer 31 uitstrekt en aan de andere zijde van de gasveer 31 vast is verbonden met een bus 36. Verder is de cilinder 32 aan zijn dichte einde vast verbonden met blok 37. Aan het blok 37 zijn zich aan weerszijden langs de gasveer uitstrekkende stangen 38 bevestigd. De stangen steken door het huis 35 naar buiten en zijn daar vast verbonden met een bus 39. Deze constructie heeft tot gevolg dat bij een van elkaar vandaan bewegen van de bussen 36 en 39 de zuigerstang 33 in de cilinder 32 wordt gedrukt, hierbij trekken de stangen 38 de cilinder 32 in de richting van de bevestiging van de zuigerstang 33 aan het huis 35. Om een knikken van de constructie te vermijden is een geleidesleuf 40 aangebracht in het huis 35, waar een in het blok 37 geschroefde bout 41 verschuifbaar in kan bewegen. Tenslotte is voorzien in een bediening van de drukknop 34. Hiertoe is een voetpedaal 42 door middel van scharnierbouten 43 zwenkbaar aan het huis 35 bevestigd. De beweging van het voetpedaal wordt door een kabel 44 overgebracht naar een door de stangen 38 geleid schuif blok 45. Bij het omlaag drukken van het voetpedaal 42 vanuit de in fig. 3 weergegeven stand drukt het schuifblok 45 de drukknop 34 in waardoor de zuigerstang 33 ten opzichte van de cilinder 32 kan verschuiven.The gas spring construction 30 comprises a generally known gas spring 31 with a cylinder 32 and a piston rod 33 which can be slid in and out of the cylinder 32. Gas present in the cylinder 32 presses the piston rod 33 outwards. In order for the piston rod 33 to slide into the cylinder 32, a button 34 protruding from the head of the piston rod 33 must be pressed. Fig. 2 and 3 show the gas spring 31 in its extended position as far as possible. The head of the piston rod 33 is connected to a housing 35 of bent metal plate, which extends along the gas spring 31 and is fixedly connected on the other side of the gas spring 31 to a sleeve 36. Furthermore, the cylinder 32 is fixed at its closed end connected to block 37. Rods 38 are attached to block 37 on either side along the gas spring. The rods protrude through the housing 35 and are firmly connected there to a bush 39. This construction results in that when the bushes 36 and 39 move away from each other, the piston rod 33 is pressed into the cylinder 32, thereby pulling the rods 38 the cylinder 32 in the direction of the attachment of the piston rod 33 to the housing 35. To avoid kinking of the construction, a guide slot 40 is provided in the housing 35, in which a bolt 41 screwed in the block 37 can slide to move. Finally, an operation of the push button 34 is provided. For this purpose, a foot pedal 42 is pivotally attached to the housing 35 by means of hinge bolts 43. The movement of the foot pedal is transmitted by a cable 44 to a sliding block 45 guided by the rods 38. When the foot pedal 42 is pressed down from the position shown in fig. 3, the sliding block 45 presses the push button 34, whereby the piston rod 33 can shift with respect to the cylinder 32.

Uit fig. 1 blijkt duidelijk dat door de bus 36 de achteras 2 van het gestel 1 is aangebracht en dat door de bus 39 de voorste scharnieras 12 van de zitting 5 steekt. Door deze opstelling kan een achter de rolstoel lopende persoon gemakkelijk het voetpedaal 42 bedienen en daardoor de stand van de zitting veranderen terwijl de te vervoeren persoon op de zitting 5 zit.Fig. 1 clearly shows that the rear axle 2 of the frame 1 is arranged by the bush 36 and that the front hinge shaft 12 of the seat 5 protrudes through the bush 39. By this arrangement, a person walking behind the wheelchair can easily operate the foot pedal 42 and thereby change the position of the seat while the person to be transported sits on the seat 5.

Claims

Wheelchair comprising a frame with running wheels, an adjustable seat, a support mechanism movable with the frame and coupling the seat, so that the person sitting in the wheelchair can be moved at least up and down, and a gas spring arranged between the frame and the seat, comprising a cylinder and a piston rod protruding therein, said piston rod being pushed out by the pressure of a gas in the cylinder, characterized in that the gas spring is arranged between a point of the seat and a point of the frame, which when moving the person sitting in the wheelchair downwards, move away from each other, the part of the gas spring facing the frame being connected to the seat and the part of the gas spring facing the seat being connected to the frame.

A wheelchair according to claim 1, characterized in that the gas spring extends from a point near the rear of the wheelchair of the frame and a point near the front of the seat.

Wheelchair according to claim 2, characterized in that the cylinder of the gas spring is connected to the seat and the piston rod of the gas spring to the frame.