NL9101466A - HOIST. - Google Patents
HOIST. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9101466A NL9101466A NL9101466A NL9101466A NL9101466A NL 9101466 A NL9101466 A NL 9101466A NL 9101466 A NL9101466 A NL 9101466A NL 9101466 A NL9101466 A NL 9101466A NL 9101466 A NL9101466 A NL 9101466A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carriage
- driven member
- driving
- coupling
- hoist according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1013—Lifting of patients by
- A61G7/1019—Vertical extending columns or mechanisms
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/104—Devices carried or supported by
- A61G7/1046—Mobile bases, e.g. having wheels
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1049—Attachment, suspending or supporting means for patients
- A61G7/1059—Seats
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Nursing (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Invalid Beds And Related Equipment (AREA)
Description
Korte aanduiding: Hijstoestel.Short designation: Hoist.
De uitvinding heeft betrekking op een hijstoestel, zoals bijvoorbeeld een hijstoestel voor het heffen van gehandicapte of verzwakte personen.The invention relates to a hoist, such as, for example, a hoist for lifting disabled or debilitated persons.
Het Britse octrooischrift 1.053.225 openbaart een hijstoestel, voorzien van een holle, kokervormige kolom met een daarin gemonteerde wagen en een door een langssleuf in de kolom heen reikende, aan de wagen bevestigde, vrij uitstekende draagarm, waarbij roterende aan-drijfmiddelen en een deze aandrij fmiddelen met de wagen verbindende ketting zijn toegepast, zodat de wagen, overeenkomstig de draairichting van de aandrij fmiddelen, binnen de kolom op en neer beweegbaar is. De roterende aandrij fmiddelen omvatten aandrijvende en aangedreven organen, die door een schroefdraadverbinding met elkaar zijn gekoppeld en wel onder tussenkomst van een koppelplaat, welke koppelplaat alleen in die richting draaibaar is, die tot een opgaande beweging van de wagen leidt en waarin de draaibeweging van het aandrijvende orgaan gepaard gaat met het aanhalen van de schroefdraadvefbin-ding tussen de aandrijvende en aangedreven organen, zodat een neergaande beweging van de wagen kan worden bewerkstelligd door het aandrijvende orgaan te doen draaien in de tegenover gestelde richting, waarin de schroefdraadverbinding tussen de aandrijvende en aangedreven organen losser wordt en het aangedreven orgaan de gelegenheid verkrijgt ten opzichte van de koppelplaat te slippen onder invloed van de door het flexibele langgerekte element uitgeoefende kracht, en wel zo lang het aandrijvende orgaan blijft draaien.British Pat. No. 1,053,225 discloses a hoist comprising a hollow tubular column with a carriage mounted therein and a carriage projecting through a longitudinal slot in the column with relatively protruding support arm, rotating propellers and a drive means connecting to the carriage are provided, so that the carriage can be moved up and down within the column in accordance with the direction of rotation of the drive means. The rotating driving means comprise driving and driven members, which are coupled to each other by a threaded connection, through a coupling plate, which coupling plate is rotatable only in that direction, which leads to an upward movement of the carriage and in which the rotary movement of the driving member involves tightening the threaded connection between the driving and driven members so that downward movement of the carriage can be accomplished by rotating the driving member in the opposite direction, in which the threaded connection between the driving and driven means that the driven member loosens and the driven member is given the opportunity to slip relative to the coupling plate under the influence of the force exerted by the flexible elongated element, as long as the driving member continues to rotate.
Bij deze uitvoering kan een neergaande beweging van de wagen ongewild worden onderbroken, wanneer van opzij een belasting op de arm wordt uitgeoefend, die deze arm in de sleuf doet vastlopen, of wanneer de wagen de een of andere obstructie ontmoet. Wanneer dit gebeurt en niet wordt opgemerkt, zodat de begeleidende persoon doorgaat met het bedienen van het draaibare aandrij fmiddel, kan de schroefdraadverbinding tussen de aandrijvende en aangedreven organen geheel of gedeeltelijk ontkoppeld raken. De wagen zal dan vrij vallen, wanneer de zijdelingse belasting of de obstructie wordt opgeheven. Wanneer het hijstoestel daarbij wordt gébruikt voor het laten zakken van een patiënt, zal deze patiënt op zijn minst een onaangename schok ervaren, terwijl de kans op een verwonding daarbij groot is.In this embodiment, a downward movement of the carriage can be unintentionally interrupted when a side load is applied to the arm, causing it to jam in the slot, or when the carriage encounters some obstruction. When this happens and goes unnoticed, so that the attendant continues to operate the rotary drive means, the threaded connection between the driving and driven members may become partially or completely disconnected. The carriage will then fall free when the side load or obstruction is removed. When the hoist is used to lower a patient, this patient will experience at least an unpleasant shock, while the risk of injury is high.
De uitvinding beoogt een hijstoestel te verschaffen, waarmede dit nadeel wordt opgeheven.The object of the invention is to provide a hoist with which this drawback is eliminated.
De uitvinding verschaft daartoe een hijstoestel, voorzien van een kolom met een daarlangs beweegbare wagen en met aandrij fmiddelen voor het naar boven en naar beneden bewegen van deze drager, welke aandrij fmiddelen een draaibaar aandrijf orgaan en een door een schroef-draadverbinding hiermede gekoppeld draaibaar aangedreven orgaan omvatten, waarbij tussen het aandrijf orgaan en het aangedreven orgaan een koppelelement aanwezig is en middelen zijn toegepast cm het draaien van het koppelelement in een eerste richting, waarin het draaien van het aandrijf orgaan in een neergaande beweging van de wagen resulteert en waarin het draaien van het aandrijf orgaan de schroefdraadverbinding tussen het aandrijf orgaan en het aangedreven orgaan losser doet worden, verhindert, terwijl voorts middelen aanwezig zijn, die de mate, waarin de schroefdraadverbinding tussen het aandrijf orgaan en het aangedreven orgaan kan worden losgedraaid, begrensd is, welke aandrij fmiddelen voorts een draaibaar uitgangselement, en een tussen het aangedreven orgaan en dit uitgangselement aangebrachte vrijloop-koppeling bevatten, waardoor het aangedreven orgaan in genoemde eerste richting ten opzichte van het uitgangselement kan worden gedraaid, alsmede een flexibel langgerekt element, dat het uitgangselement met de wagen verbindt, zodat de wagen overeenkomstig de draairichting van het uitgangselement naar boven of naar beneden kan worden bewogen.The invention provides for this purpose a hoisting device, provided with a column with a carriage movable therealong and with driving means for moving this carrier up and down, which driving means are rotatably driven by means of a screw-threaded connection coupled thereto means, wherein a coupling element is present between the driving element and the driven element and means are applied for rotating the coupling element in a first direction, in which the turning of the driving element results in a downward movement of the carriage and in which the turning of the driving member loosens the threaded connection between the driving member and the driven member, while furthermore means are present which limit the extent to which the threaded connection between the driving member and the driven member can be loosened, which drive means also a rotatable output element, and a freewheel coupling disposed between the driven member and this output element, whereby the driven member can be rotated in said first direction relative to the output element, as well as a flexible elongated element connecting the output element to the carriage so that the carriage can be moved up or down according to the direction of rotation of the output element.
Om de wagen naar boven te bewegen, wordt het aandrijf orgaan gedraaid in een richting, die gepaard gaat met het aanhalen van de schroefverbinding tussen het aandrijf orgaan en het aangedreven orgaan. Hierdoor worden het aandrij forgaan, het aangedreven orgaan en het koppelelement samengeklemd en draaien het koppelelement en het aangedreven orgaan met het aandrij forgaan mee. Door de vrij loopkoppeling draait het uitgangselement eveneens met de aandrijvende en aangedreven orgaan mee en wordt op het buigzame, langgerekte element een kracht uitgeoefend, die leidt tot een opwaartse beweging van de wagen. Bij beëindiging van de aandrij fbeweging via het aandrij forgaan zal het moment, dat door het op het buigzame langgerekte element werkende gewicht van de wagen op het uitgangselement wordt uitgeoefend, de schroefdraadverbinding doen aantrekken, waardoor het aandrij forgaan en het aangedreven orgaan ten opzichte van het koppelelement komen vast te zitten. Het koppelelement is daarbij tegen draaiing in genoemde eerste richting geborgd, zodat de wagen blijft stilstaan. Wanneer men de wagen wenst te laten zakken, wordt het aandrij forgaan aangedreven in een richting, die gepaard gaat met het losser worden van de schroefverbinding tussen het aandrijvende orgaan en het aangedreven orgaan, waarbij het aangedreven orgaan ten opzichte van het koppel-element slipt totdat de beweging van het aandrijf element eindigt en de schroefdraadverbinding tussen het aandrijf orgaan en het aangedreven orgaan weer is aangehaald en deze organen weer met het koppelelement zijn samengéklemd. Bij slip van het aangedreven orgaan ten opzichte van het koppelelement doet het moment, dat door het op het buigzame langgerekte element werkende gewicht van de wagen op het koppelelement wordt uitgeoefend, het uitgangselement met het aangedreven orgaan meedraaien. Wanneer een neergaande beweging van de wagen ongewild wordt onderbroken, zal het lossen van de schroefverbinding tussen het aandrijf orgaan en het aangedreven orgaan slechts plaatsvinden in een mate, die door de begrenzingsmiddelen wordt toegelaten, waarna het aangedreven orgaan met het aandrijvende orgaan zal gaan meedraaien. De vrijloopkoppeling maakt een dergelijke draaibeweging van het aangedreven orgaan zonder corresponderende draaibeweging van het uitgangselement mogelijk. Wanneer vervolgens de belemmering is weggenomen en de wagen zijn neergaande beweging weer onbelemmerd kan vervolgen, zal dit geschieden in een beperkte vrije val, en wel totdat de schroefdraadverbinding weer is aangehaald tot de toestand, waarin de aandrijvende en aangedreven organen ten opzichte van het koppelelement zijn kamen vast te zitten.To move the carriage upward, the drive member is rotated in a direction associated with tightening the screw connection between the drive member and the driven member. The driving member, the driven member and the coupling element are hereby clamped together and the coupling member and the driven member rotate with the driving member. The free-running coupling also rotates the starting element with the driving and driven member and a force is exerted on the flexible, elongated element, which leads to an upward movement of the carriage. Upon termination of the drive movement via the drive member, the moment when the weight of the carriage acting on the flexible elongate member exerts on the output member will tighten the threaded connection, causing the driver member and the driven member to engage coupling element will get stuck. The coupling element is thereby secured against rotation in said first direction, so that the carriage remains stationary. When the carriage is to be lowered, the driving member is driven in a direction associated with loosening the screw connection between the driving member and the driven member, the driven member slipping relative to the coupling member until the movement of the drive element ends and the threaded connection between the drive member and the driven member is tightened again and these members are clamped together again with the coupling element. When the driven member slips relative to the coupling element, the moment when the weight of the carriage acting on the flexible elongated element exerts on the coupling element causes the output element to rotate with the driven member. If a downward movement of the carriage is unintentionally interrupted, the loosening of the screw connection between the driving member and the driven member will only take place to an extent permitted by the limiting means, after which the driven member will rotate with the driving member. The freewheel clutch allows such a rotary movement of the driven member without corresponding rotary movement of the output element. When the obstruction is subsequently removed and the carriage can continue its downward movement unimpeded, this will take place in a limited free fall, until the threaded connection is tightened again to the state in which the driving and driven members are in relation to the coupling element. stuck.
Bij voorkeur worden de het draaien van het koppelelement tegengaande middelen gevormd door een pal-palwielmechanisme.Preferably, the means preventing rotation of the coupling element are formed by a ratchet ratchet wheel mechanism.
Bij voorkeur wordt de vrij loopkoppeling gevormd door een koppeling met in één draairichting werkzame remelementen.The freewheel clutch is preferably formed by a clutch with braking elements acting in one direction of rotation.
Het verdient aanbeveling middelen toe te passen, waarmede op het buigzame langgerekte element een kracht wordt uitgeoefend in een richting tegengesteld aan de door de wagen erop uitgeoefende kracht, zodat, wanneer de wagen met de hand wordt opgelicht, het buigzame langgerekte element gestrekt blijft en een vrije val van de wagen bij het weer loslaten daarvan wordt voorkomen.It is recommended to use means by which the flexible elongated element is subjected to a force in a direction opposite to the force exerted on it by the carriage, so that when the carriage is lifted by hand the flexible elongated element remains stretched and the free fall of the vehicle when it is released is prevented.
Deze middelen worden bij voorkeur gevormd door een veer, meer in het bijzonder een spanveer.These means are preferably formed by a spring, more in particular a tension spring.
Het verdient voorts aanbeveling het buigzame langgerekte element als rolketting uit te voeren en het uitgangselement uit te voeren als kettingwiel, dat samenwerkt met deze rolketting.It is further recommended to design the flexible elongated element as a roller chain and to design the starting element as a chain wheel, which cooperates with this roller chain.
m een praktische uitvoeringsvorm is het buigzame langgerekte element met één einde aan de kolom verankerd en heeft dit element een zich in neerwaartse richting uitstrekkende lus tussen de aandrijf-middelen ai het verahkeringspunt, van welke lus het benedeneinde onder qp de wagen aanwezige geleidingsmiddelen doorloopt en van welke lus de grootte bij het naar boven respectievelijk naar beneden bewegen van de wagen onder besturing van de aandrij fraiddelen dienovereenkomstig varieert.In a practical embodiment, the flexible elongated element is anchored to the column with one end and this element has a downwardly extending loop between the drive means at the puncture point, the loop of which runs through the lower end present under the carriage and of which loop varies accordingly when the carriage is moved up or down under the control of the drive means.
Volgens een verder kenmerk is het buigzame langgerekte element ook aan zijn andere einde verankerd en heeft dit een tweede, zich naar beneden uitstrekkende lus tussen de aandrijfmiddelen en het verarike-ringspunt aan dat andere einde. In dit geval kunnen de middelen voor het strak houden van het buigzame element, indien aanwezig, via een verschuifbare verbinding op het benedeneinde van de tweede lus inwerken.According to a further feature, the flexible elongated element is also anchored at its other end and has a second, downwardly extending loop between the drive means and the point of attachment at that other end. In this case, the means for keeping the flexible element taut, if present, may act through a slidable connection on the lower end of the second loop.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing with an exemplary embodiment.
Fig. 1 is een vooraanzicht van een hijstoestel voor invaliden? fig. 2 is een zijaanzicht van dit hijstoestel? fig. 3 toont een vertikale doorsnede door een gedeelte van de kolom van het hijstoestel en fig. 4 toont een doorsnede door een detail betreffende het aandrijfmechanisme voor het hijstoestel.Fig. 1 is a front view of an invalid hoist? Fig. 2 is a side view of this hoist? FIG. 3 is a vertical section through a portion of the column of the hoist and FIG. 4 is a section through a detail of the hoist drive mechanism.
Het in de tekening weergegeven verrijdbare hijstoestel 10 heeft een losneenibare zetel 11 in de vorm van een "pootloze" stoel, waarin een patiënt in een zittende positie kan worden ondersteund. Het hijstoestel 10 heeft een met vier zwenkwielen 15 uitgerust gestel 12 met twee aan één einde door een dwarselement 14 verbonden zij elementen 13, en een hierdoor gedragen hefrnechanisme 16. Het hefmechanisme bestaat uit een van het midden van het dwarselement 14 van het gestel opstaande vertikale, in dwarsdoorsnede kokervormige kolom 17, waarvan de · voorste wand is voorzien van een langssleuf 18. Binnen de kolom 17 is een drager gemonteerd (zie fig. 3) en wel in de vorm van een wagen 19, die nabij zijn boven- en benedeneinden van (niet nader weergegeven) geleidingsrollen is voorzien en een naar voren, door de sleuf 18 heen stekende console 20 draagt, welke console een vrij dragende draagarm vormt. De bovenste geleidingsrollen liggen daarbij aan tegen de voorste wand van de kolom 17, terwijl de onderste geleidingsrollen tegen de achterwand van de kolom 17 steunen.The mobile hoist 10 shown in the drawing has a detachable seat 11 in the form of a "legless" chair, in which a patient can be supported in a sitting position. The hoist 10 has a frame 12 equipped with four castors 15 with two side elements 13 connected at one end by a transverse element 14, and a lifting mechanism 16 carried by it. The lifting mechanism consists of a vertical projecting from the center of the transverse element 14 of the frame , in cross section tubular column 17, the front wall of which is provided with a longitudinal slot 18. Within the column 17 a carrier is mounted (see fig. 3) in the form of a carriage 19, which are near top and bottom ends is provided with guide rollers (not shown in more detail) and carries a console 20 protruding through the slot 18, which console forms a cantilever supporting arm. The top guide rollers abut the front wall of the column 17, while the bottom guide rollers rest against the rear wall of the column 17.
Het hefmechanisme 16 bevat voorts een aandrijfmechanisme 21 en een langgerekt buigzaam element, bij voorkeur in de vorm van een rolketting 22, die het aandrijfmechanisme 21 met de wagen 19 verbindt.The lifting mechanism 16 further includes a drive mechanism 21 and an elongated flexible element, preferably in the form of a roller chain 22, which connects the drive mechanism 21 to the carriage 19.
Het aandri j fmechanisme 21 is ondergebracht in een huis 23 op een zijwand van de kolom 17 en bevat een aandrijfelememt in de vorm van een in een centrale naaf van een bedieningshandwiel 24 vastgeschroefde bus 25, een aangedreven element in de vorm van een as 26, een koppe-lingselement in de vorm van een palwiel 27, een uitgangselement 28 bestaande uit een as 29 en een daarop vastgespied kettingwiel 30, alsmede een tussen de as 26 en de as 29 geplaatste vrijloopkoppeling 31 van het type met in één draairichting werkzame remelementen.The drive mechanism 21 is housed in a housing 23 on a side wall of the column 17 and comprises a drive element in the form of a sleeve 25 screwed into a central hub of an operating handwheel 24, a driven element in the form of a shaft 26, a clutch element in the form of a ratchet wheel 27, an output element 28 consisting of a shaft 29 and a sprocket wheel 30 fixed thereon, and a freewheel clutch 31 of the type with braking elements acting in one direction of rotation placed between the shaft 26 and the shaft 29.
De bus 25 zit met schroefdraad 32 op de as 26 en wordt op de as 26 vastgehouden door een op het achterste einde van de as 26 bevestigd aanslagelement 33 en een zich tussen dit aanslagelement 33 en de bus 25 bevindende bus of ring 46 van elastomeer materiaal. Het aanslagelement 33 en de bus of ring 46 beperken de afstand, waarover de as 26 uit de bus 25 kan worden losgeschroefd. De bus of ring 26 zou door een schroefveer kunnen worden vervangen.The sleeve 25 is threaded 32 on the shaft 26 and is held on the shaft 26 by a stop element 33 mounted on the rear end of the shaft 26 and a sleeve or ring 46 of elastomeric material located between this stop element 33 and the sleeve 25 . The stop element 33 and the sleeve or ring 46 limit the distance over which the shaft 26 can be unscrewed from the sleeve 25. The sleeve or ring 26 could be replaced by a coil spring.
De vrijloopkoppeling 31 laat een draaibeweging van de as ten opzichte van de as 29 toe in een richting tegengesteld aan die, welke een opwaartse beweging van de wagen 19 tot gevolg heeft, doch waarborgt tevens dat de as 29 steeds met de as 26 meedraait wanneer het bedieningshandwiel 24 in een met een hefbeweging van de wagen 19 corresponderende richting wordt gedraaid.The freewheel clutch 31 allows a rotary movement of the shaft relative to the shaft 29 in a direction opposite to that which results in an upward movement of the carriage 19, but also ensures that the shaft 29 always rotates with the shaft 26 when the operating handwheel 24 is rotated in a direction corresponding to a lifting movement of the carriage 19.
Het palwiel 27 is rond de as 26 gemonteerd en werkt samen met een door een ring 34 gedragen (in de tekening niet nader weergegeven) pal. Het palwiel 27 kan daarbij, gezien vanaf de achterzijde van het hijstoestel 10, in de richting van de wijzers van een uurwerk onder de pal doordraaien. Tussen het palwiel 27 en een flens 36 aan het naar binnen gekeerde einde van' de as 26 is een wrijvingsring 35 aangebracht, terwijl een tweede wrijvingsring 37 is aangebracht tussen het palwiel 27 en de bus 25.The ratchet wheel 27 is mounted around the shaft 26 and cooperates with a ratchet carried by a ring 34 (not shown in more detail in the drawing). Viewed from the rear of the hoist 10, the ratchet wheel 27 can thereby rotate in the clockwise direction under the ratchet. A friction ring 35 is arranged between the ratchet wheel 27 and a flange 36 at the inwardly facing end of the shaft 26, while a second friction ring 37 is arranged between the ratchet wheel 27 and the sleeve 25.
Het ene einde van de rolketting 22 is bij 39 aan de binnenzijde van de kolom 17 verankerd, terwijl het andere einde van de ketting bij 40 pp het huis 23 is vastgezet. Het verankeringspunt 40 zou daarbij ook op de buitenzijde van de kolom kunnen liggen. Op een tussen de beide verankerde einden van de ketting gelegen plaats loopt de ketting door een opening in de betreffende zijwand van de kolom 17. De ketting 22 wordt daarbij geleid over het kettingwiel 30. Tussen het veranke-ringspunt 39 en de doorvoerppening in de kolom 17 strékt de ketting 22 zich uit in een naar beneden gerichte, met zijn onderste eindgedeelte over een vrij draaiend kettingwiel 42 qp de wagen 19 geleide lus 41. Tassen het verankeringspunt 40 en het kettingwiel 30 verloopt de ketting 22 volgens een tweede, naar beneden gerichte lus 43. pp het benedenste eindgedeelte van deze tweede lus 43 werkt via een verschuifbaar verbindingsdeel 25 een spanveer 44, die de ketting onder alle omstandigheden gestrékt houdt.One end of the roller chain 22 is anchored at 39 on the inside of the column 17, while the other end of the chain is secured to the housing 23 at 40 pp. The anchoring point 40 could also lie on the outside of the column. At a location situated between the two anchored ends of the chain, the chain passes through an opening in the respective side wall of the column 17. The chain 22 is guided over the sprocket 30. Between the anchoring point 39 and the through-hole in the column. 17, the chain 22 extends in a downwardly directed, with its lower end portion, over a freely rotating sprocket 42 on the carriage 19 guided loop 41. Bags the anchoring point 40 and the sprocket 30 run the chain 22 according to a second, downwardly directed loop 43. The lower end portion of this second loop 43 acts via a sliding connecting part 25 with a tension spring 44, which keeps the chain stretched under all circumstances.
Wanneer de wagen 19 en daarmede de daarvan uitstékende arm 20 moet worden geheven, wordt het bedieningshandwiel 22, gezien vanaf de achterzijde van de kolom 17, rechtsom gedraaid. Bij draaien van het handwiel 24 in deze richting wordt de schroefdraadverbinding 32 tussen bus 25 en as 26 "aangetrokkén" en kamt het palwiel 27 tussen de bus 25 en de flens 36 vastgéklemd te zitten. De tanden van het palwiel draaien in de beschouwde draairichting onder de pal door, terwijl de assen 26 en 29 in deze draairichting vast met elkaar zijn gekoppeld, zodat aandrijving van het kettingwiel 30 plaatsvindt in een richting, die de lus 41 in de ketting 22 doet inkorten en daarmede de wagen 19 naar boven doet bewegen. Bij loslaten van het handwiel 24 zal het moment, dat door het gewicht van de wagen 19 op het kettingwiel 30 wordt uitgeoefend, het palwiel 27 tussen de bus 25 en de flens 36 ingeklemd houden. De pal borgt het palwiel 27 tegen een draaibeweging in de tegenovergestelde richting, terwijl de vrijloopkoppeling 31 een draaibeweging van de as 29 en van het kettingwiel 30 ten opzichte van de as 26 in een richting overeenkomende met een neerwaartse beweging van de wagen 19 verhindert. Bij loslaten van het handwiel komt de wagen 19 dus tot stilstand.When the carriage 19 and with it the arm 20 projecting therefrom is to be raised, the operating handwheel 22 is turned clockwise, viewed from the rear of the column 17. When the handwheel 24 is rotated in this direction, the threaded connection 32 between bush 25 and shaft 26 is "tightened" and the ratchet wheel 27 combs between the bush 25 and the flange 36 to be clamped. The teeth of the ratchet wheel rotate under the ratchet in the direction of rotation under consideration, while the shafts 26 and 29 are firmly coupled in this direction of rotation, so that drive of the chain wheel 30 takes place in a direction that the loop 41 makes in the chain 22 and thereby move the carriage 19 upwards. When the handwheel 24 is released, the moment exerted by the weight of the carriage 19 on the sprocket 30 will keep the ratchet wheel 27 clamped between the bush 25 and the flange 36. The ratchet locks the ratchet wheel 27 against a rotation in the opposite direction, while the freewheel clutch 31 prevents a rotation of the shaft 29 and of the sprocket 30 relative to the shaft 26 in a direction corresponding to a downward movement of the carriage 19. Thus, when the handwheel is released, the carriage 19 comes to a standstill.
Om de wagen 19 en daarmede de uitstékende arm 20 naar beneden te bewegen, wordt het bedieningshandwiel 24 linksom gedraaid. Hierdoor komt de schroefdraadverbinding 32 los te zitten en zal de as 26 een slikbeweging ten opzichte van het palwiel 27 uitvoeren, totdat het handwiel 24 weer wordt stilgehouden en de schroefdraadverbinding 32 daardoor opnieuw wordt "aangetrokkén" en de bus 25, het palwiel 27 en de flens 36 opnieuw worden samengeklemd. Ook in dit geval kamt de wagen 19 dus tot stilstand, zodra het handwiel 24 niet langer (linksom) wordt gedraaid.In order to move the carriage 19 and thereby the protruding arm 20 downwards, the operating handwheel 24 is turned counterclockwise. This will loosen the threaded connection 32 and the shaft 26 will perform a swallowing movement relative to the ratchet wheel 27, until the handwheel 24 is stopped again and the threaded connection 32 is "tightened" again and the bush 25, the ratchet wheel 27 and the flange 36 are clamped again. In this case, too, the carriage 19 therefore combs to a stop as soon as the handwheel 24 is no longer turned (counterclockwise).
Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat het aandrijfmechanisme 21 in elke gekozen positie zelf-vergrendelend is.From the above, it will be apparent that the drive mechanism 21 is self-locking in any selected position.
Voor het geval tijdens een daalbeweging een belasting van de zetel 11 of van de uitstékende draagarm 20 van opzij plaatsvindt, kan de arm 20 in de sleuf 18 vastgéklemd raken en kamt de wagen 19 als gevolg daarvan tot stilstand. Indien de bedienend persoon dit niet opmerkt en deze doorgaat met het linksom draaien van het handwiel 24, zal het losraken van de schroefdraadverbinding 32 slechts plaatsvinden in de mate, die wordt toegestaan door het aanslagelement 33 en de bus respectievelijk ring 26. De as 26 zal dan met het handwiel 24 en de bus 25 mee linksom gaan draaien. De vrij loopkoppeling 31 laat dit meedraaien van de as 26 toe, zonder dat de as 29 en het ketting-wiel 30 een overeenkomstige draaibeweging uitvoeren, zodat de ketting 22 niet slap zal gaan hangen. Zodra de zijdelingse belasting qp de zetel is weggenomen, wordt door de wagen een naar beneden gerichte kracht op de lus 41 in de ketting 22 uitgeoefend, doch zal een vrije val slechts plaatsvinden in de zeer geringe mate, die nodig is om de schroefdraadverbinding 32 opnieuw "aan te trekken" om daarmede de bus 25, het palwiel 27 en de flens 33 opnieuw te doen samenklemmen. Deze vrije-valbeweging is derhalve zo gering, dat daarmede geen ongemak voor de patiënt gepaard gaat.In case a load of the seat 11 or of the protruding support arm 20 is applied from the side during a lowering movement, the arm 20 can get clamped in the slot 18 and the carriage 19 then combs to a standstill. If the operator does not notice this and continues to rotate the handwheel 24 counterclockwise, loosening of the threaded connection 32 will only occur to the extent permitted by the stop member 33 and the bush 26, respectively. The shaft 26 will then turn counterclockwise with the handwheel 24 and the sleeve 25. The freewheel clutch 31 allows this rotation of the shaft 26 without the shaft 29 and the sprocket 30 performing a corresponding rotary movement, so that the chain 22 will not slack. Once the side load qp on the seat has been removed, the carriage exerts a downward force on the loop 41 in the chain 22, but a free fall will only occur to the very small extent required to re-thread the threaded connection 32 "Tighten" to thereby clamp the sleeve 25, the ratchet wheel 27 and the flange 33 together again. This free-fall movement is therefore so small that it does not involve any discomfort to the patient.
Een soortgelijke situatie zal optreden wanneer de zetel ll gedurende het uitvoeren van een daalbeweging een obstructie ontmoet, zoals de zijwand van een badkuip, waarin een patiënt moet worden neergelaten.A similar situation will arise when the seat 11 encounters an obstruction, such as the side wall of a bathtub, into which a patient is to be lowered during a descent movement.
De veer 44 heeft tot taak de ketting 22 strak te houden in het geval, dat een toezicht houdend persoon de zetel 11 en/of de uitstekende draagarm 20 wil heffen in een poging de zetel van een obstructie vrij te maken; het strak houden van de ketting 22 geeft dan de zekerheid, dat de zetel 11 geen vrij e-valbeweging zou uitvoeren, wanneer deze zetel vervolgens weer door de toezicht houdend persoon wordt losgelaten. De veer 44 zou eventueel kunnen worden weggelaten, hoewel de zetel 11 dan, na met de hand te zijn opgelicht en vervolgens weer te zijn losgelaten, een zékere vrij e-valbeweging zal uitvoeren.The spring 44 has the task of keeping the chain 22 taut in the event that a supervisor wants to raise the seat 11 and / or the projecting support arm 20 in an attempt to release the seat from an obstruction; keeping the chain 22 taut then ensures that seat 11 would not perform a free e-fall movement when this seat is subsequently released by the supervisor. The spring 44 could possibly be omitted, although the seat 11, after being manually lifted and then released again, will perform a sure free e-fall movement.
Het beschreven hijstoestel 10 kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het transporteren van een patiënt van een bed naar een bad op een wijze zoals in detail in het Britse octrooischrift 1.053.225 wordt beschreven. Wanneer het hijstoestel op deze wijze wordt gébruikt, wordt de zetel 11 van de draagarm 20 losgemaakt en onder de zich in een zittende positie op een zijrand van het bed bevindende patiënt gebracht. Het hijstoestel wordt vervolgens tot nabij de overstaande zijrand van het bed gereden, waarna de zetel 11 aan de uitstekende draagarm 20 wordt bevestigd. Het hefinechanisme 10 wordt vervolgens bediend om de patiënt van het bed te lichten en deze vervolgens over te brengen naar en neer te laten in een badkuip.For example, the described hoist 10 can be used to transport a patient from a bed to a bath in a manner as described in detail in British Patent No. 1,053,225. When the hoist is used in this manner, the seat 11 is released from the support arm 20 and placed under the patient in a sitting position on a side edge of the bed. The hoist is then driven close to the opposite side edge of the bed, after which the seat 11 is attached to the projecting support arm 20. The lifting mechanism 10 is then operated to lift the patient off the bed and then transfer it to and down in a bathtub.
Het hijstoestel 10 kan echter voor andere doeleinden worden aangepast.However, the hoist 10 can be adapted for other purposes.
De hierboven beschreven uitvoering dient slechts als voorbeeld, het is duidelijk, dat daarop vele modificaties denkbaar zijn, zonder buiten het kader van de onderhavige uitvinding te treden.The above-described embodiment serves only as an example, it is clear that many modifications can be envisaged thereon without departing from the scope of the present invention.
Claims (9)
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| GB9019871A GB2247875B (en) | 1990-09-11 | 1990-09-11 | Hoists |
| GB9019871 | 1990-09-11 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL9101466A true NL9101466A (en) | 1992-04-01 |
Family
ID=10682039
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL9101466A NL9101466A (en) | 1990-09-11 | 1991-08-30 | HOIST. |
Country Status (3)
| Country | Link |
|---|---|
| DE (1) | DE4130203C2 (en) |
| GB (1) | GB2247875B (en) |
| NL (1) | NL9101466A (en) |
Families Citing this family (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE19516416B4 (en) * | 1995-05-04 | 2005-11-24 | Still Gmbh | Truck with a mast |
Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| GB1053225A (en) * | ||||
| NL7408167A (en) * | 1973-06-21 | 1974-12-24 | ||
| GB2155887A (en) * | 1984-03-16 | 1985-10-02 | James Ind Ltd | Invalid hoists |
| GB2223477A (en) * | 1988-10-08 | 1990-04-11 | Arjo Mecanaids | Invalid hoist |
Family Cites Families (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| GB1053012A (en) * | 1900-01-01 |
-
1990
- 1990-09-11 GB GB9019871A patent/GB2247875B/en not_active Expired - Fee Related
-
1991
- 1991-08-30 NL NL9101466A patent/NL9101466A/en not_active Application Discontinuation
- 1991-09-11 DE DE19914130203 patent/DE4130203C2/en not_active Expired - Fee Related
Patent Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| GB1053225A (en) * | ||||
| NL7408167A (en) * | 1973-06-21 | 1974-12-24 | ||
| GB2155887A (en) * | 1984-03-16 | 1985-10-02 | James Ind Ltd | Invalid hoists |
| GB2223477A (en) * | 1988-10-08 | 1990-04-11 | Arjo Mecanaids | Invalid hoist |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| GB2247875A (en) | 1992-03-18 |
| GB2247875B (en) | 1994-04-13 |
| GB9019871D0 (en) | 1990-10-24 |
| DE4130203C2 (en) | 1995-05-24 |
| DE4130203A1 (en) | 1992-03-12 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US5022106A (en) | Invalid hoists | |
| JP2656147B2 (en) | Roll blind screen lifting device | |
| US5048133A (en) | Stretcher | |
| US3981484A (en) | Lifting apparatus | |
| US6085368A (en) | Person lowering and raising winch assembly | |
| US4737065A (en) | Truck | |
| US5052521A (en) | Stairway wheelchair lift | |
| US4984955A (en) | Lift apparatus | |
| US5211124A (en) | Winch construction for boat lift | |
| US6935648B2 (en) | Mobile self-recovery lift chair | |
| AU642484B2 (en) | Patient hoists | |
| US5951234A (en) | Pallet loader | |
| US4813088A (en) | Person transfer arrangement | |
| US7360262B2 (en) | Lifting and transfer apparatus | |
| US4493602A (en) | Wheelchair lift apparatus | |
| US4847935A (en) | Dock leveler hold-down | |
| US4126909A (en) | Torsion hold-down | |
| US6216826B1 (en) | Bank hoist braking apparatus | |
| NL9101466A (en) | HOIST. | |
| WO2008115145A1 (en) | A stair climbing device | |
| US5797606A (en) | Transporter for patient's emergency escape | |
| AU675995B2 (en) | Patient lifting device | |
| EP0786396B1 (en) | An emergency transporter for a patient | |
| GB2155887A (en) | Invalid hoists | |
| US4651960A (en) | Motor driven mounting apparatus for an irradiation device such as a sunlamp or the like |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
| DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: ARJO LIMITED |
|
| BB | A search report has been drawn up | ||
| BV | The patent application has lapsed |